Veehouders beseffen heel goed dat de stal, of beter gezegd het stalklimaat, een grote invloed heeft op het voorkomen van pneumonie (longontsteking). Er zijn normen voor een goed stalklimaat beschikbaar, maar de wetenschappelijke onderbouwing van deze waarden naar het risico op longontsteking ontbreekt in grote mate. In haar doctoraatsonderzoek bestudeerde Dr. Katharina van Leenen (UGent) de link tussen stalklimaat en pneumonie op 60 Vlaamse melk- en vleesveebedrijven in de periode januari tot april. Ze stelde m.b.v. longechografie vast dat 41% van de kalveren longontsteking had. De meeste (92%) van de stallen waren natuurlijk geventileerd en 25% was volledig gesloten. Het stalklimaat was zeer variabel met gemiddelde 24 uurs temperaturen tussen 5.5 en 23.9°C, een relatieve vochtigheid van 52.2 tot 91.6% en ammoniakgehaltes van gemiddeld 1.7 ppm tot maximaal 10 ppm. Voor ammoniak bleken 24 uurs metingen het meest informatief: hoe meer uren het ammoniak gehalte hoger was dan 4 ppm, hoe groter het voorkomen van pneumonie. Verrassend kon ook een éénmalige meting van de luchtsnelheid al gelinkt worden aan de kans op pneumonie met als afkapwaarde >0.8 m/sec. Tot slot was het niet in de stallen met een lagere temperatuur, maar juist in deze met een hogere temperatuur dat er een verhoogde kans op pneumonie was. Deze studie maakt de invloed van stalklimaat op kalverpneumonie meer concreet, maar maakt het daarnaast ook duidelijk dat er meer kennis nodig is om aangepaste normen voor een gezond stalklimaat voor kalveren op te kunnen stellen.
Bron. Dit onderzoek werd gepubliceerd in het veterinaire vaktijdschrift Preventive Veterinary Medicine (181, 2020), gefinancierd door het Bijzonder Onderzoeksfonds van Universiteit Gent en uitgevoerd aan de Vakgroep Inwendige Ziekten van de Grote Huisdieren (Prof. Pardon).

 

05/02/2021